Eerste Kamer behandelt politiewet: het is erop of eronder

Op de dag de kranten hier openen met de rechtszaak tegen de Amerikaanse agent Derek Chauvin, die verdacht wordt van de moord op zijn landgenoot George Floyd, debatteren senatoren in de Eerste Kamer over een wettelijke status aparte voor Nederlandse politieagenten. Als zij instemmen zullen opsporingsambtenaren die buitenproportioneel geweld toepassen tegen burgers in de toekomst niet langer automatisch onder het strafrecht worden vervolgd, maar wordt de ambtsinstructie het wettelijke kader waaraan hun handelen zal worden getoetst. Nadat de wet door de Tweede Kamer werd goedgekeurd publiceerde Lilith een reeks artikelen over deze wet, waarna de Eerste Kamer werd overspoeld met brieven. Vandaag is het zo ver: het is erop of eronder.

Lees hier het gehele dossier Politiegeweld

unsplash-image-MupyXf276pk.jpg

Update:

Op 11 mei stemmen de senatoren over het wetsvoorstel en vijf ingediende moties. Zo wil GroenLinks bijvoorbeeld dat een parlementaire betrokkenheid wordt ingesteld voor de totstandkoming en controle van de Ambtinstructie. D66 vraagt de regering in een motie de mogelijkheden te onderzoeken van een nieuw disciplinair systeem van onderzoek naar en beoordeling van de wijze waarop de politieambtenaar in concrete situaties onjuist heeft gehandeld. De Partij van de Dieren vraagt de regering om ook maatregelen te treffen voor mensen die onterecht het slachtoffer zijn van politiegeweld, maar geen lichamelijk letsel hebben opgelopen (meer hierover, zie onder).

Hoe het ook alweer zit

Het is een ietwat ingewikkelde kwestie, daarom leggen we eerst nog even uit wat er precies aan de hand is.

Politieagenten, de Koninklijke Marechaussee en andere opsporingsambtenaren hebben theoretisch het recht om onder specifieke omstandigheden geweld te gebruiken. De regels over die omstandigheden en welk soort geweld toegestaan is, staan in de ambtsinstructie. De Eerste Kamer stemt dinsdag 20 april over een nieuwe wet die van deze ambtsinstructie het wettelijke kader maakt. Als deze wet wordt aangenomen worden agenten en andere opsporingsambtenaren niet langer als verdachte onder het strafrecht aangemerkt wanneer zij hun boekje te buiten gaan.

Lukraak schieten in een menigte

Tegelijkertijd ligt in de Tweede Kamer het plan om die ambtsinstructie uit te breiden. Eén van de nieuwe bevoegdheden betreft bijvoorbeeld het gebruik van de taser (stroomstootwapen), maar ook het gebruik van een vuurwapen 'ter beteugeling van oproerige bewegingen en andere ernstige wanordelijkheden’.

Verschillende organisaties trokken eerder al aan de bel over de uitbreiding van de ambtsinstructie, omdat er bijvoorbeeld niet gespecificeerd wordt of er sprake moet zijn van levensgevaar, of dreiging van een ernstig letsel aan een derde bij gebruik van het wapen. ‘En zelfs zonder te specificeren dat het vuurwapen gericht moet zijn op een specifiek persoon, laat staan dat van deze persoon de eerdergenoemde bedreiging moet uitgaan’, was de alarmerende constatering van Amnesty International. Theoretisch legitimeert de nieuwe ambtsinstructie dus het lukraak schieten in een menigte, zoals bijvoorbeeld een demonstratie.  

Amnesty:

‘De Ambtsinstructie staat de politie dus, op zijn minst theoretisch, toe om te schieten (mogelijk dodelijk) op iemand die ook zou kunnen worden aangehouden op een andere, minder gewelddadige wijze.’

Geen rekening gehouden met kwetsbare personen

Een aantal Eerste Kamerleden wijst er bovendien op dat in de nieuwe ambtsinstructie ook geen rekening gehouden wordt met kwetsbare personen. Agenten mogen straks iedereen gelijk behandelen; ook ouderen, (zichtbaar) zwangere mensen of mensen met een zichtbare fysieke of geestelijke beperking.

Peter Nicolaï, PvdD-senator, waarschuwt in het debat eveneens dat agenten volgens de nieuwe plannen alleen vervolgd kunnen worden wanneer zij lichamelijk letsel of de dood veroorzaken. “Het klinkt gechargeerd, maar dat is wel het strafrechtelijke kader waar deze wet in voorziet”, aldus Nicolaï. Wanneer een agent onterecht iemand in een nekklem legt, zo legt Nicolaï uit, en buiten het boekje handelt, dan is dat niet erg, zolang de agent de nekklem maar vroeg genoeg weer loslaat en er geen lichamelijk letsel ontstaat.

Omstreden plannen

Zowel de mogelijke uitbreiding van de ambtsinstructie als het plan om van die ambtsinstructie het strafrechtelijke kader te maken, hebben tot veel kritiek geleid van bijvoorbeeld Controle Alt Delete, maar ook Amnesty International en de Orde van Advocaten maken zich zorgen.

Zo stelt Amnesty bijvoorbeeld dat in de herziene ambtsinstructie politieagenten ook geweld mogen gebruiken in gevallen waar geen concreet gevaar is, maar ‘potentieel gevaar’. Amnesty:

‘[…] de politie [kan] geweld gebruiken ‘ter afwending van direct gevaar dat redelijkerwijs zwaar lichamelijk letsel of de dood van personen tot gevolg kan hebben’. De afweerbevoegdheid maakt dat de politie op een persoon kan schieten met mogelijk dodelijk letsel op basis van het vermoeden dat de persoon een dreiging van de dood of ernstige letsel zal opleveren, voordat de dreiging zich daadwerkelijk voordoet.’ De nieuwe ambtsinstructie geeft agenten straks ook een ruimere bevoegdheid om pepperspray en een taser te gebruiken bij iedereen die zich verzet tegen een aanhouding.  

Etnisch profileren

De afgelopen jaren zijn talloze misstanden met racistische agenten aan het licht gekomen. Denk bijvoorbeeld aan de agenten van bureau Hoefkade, maar ook aan de racistische appjes in de Jan Smit Appgroep van Rotterdamse agenten. Ook etnisch profileren door agenten is al jarenlang een probleem. Uit onderzoek van Controle Alt Delete in Amsterdam bleek in 2020 bijvoorbeeld nog dat 41 procent van de mannen met een niet-westerse migratieachtergrond in de hoofdstad door politie is aangesproken. Voor witte mannen ligt dat percentage op 22 procent.

De angst is dan ook dat de uitbreiding van de ambtsinstructie, en het toepassen van die ambtsinstructie als wettelijk kader, zal leiden tot nog meer problematische incidenten. Eerste Kamerleden vroegen minister Grapperhaus eerder in hoeverre rekening wordt gehouden met racistisch optreden bij geweldstoepassing door agenten. Grapperhaus vindt het echter niet nodig om daar in de ambtsinstructie iets over op te nemen, omdat het Openbaar Ministerie daar bij eventueel racistisch optreden zelf rekening mee kan houden. Alleen: dan moet dat wel gebeuren. In de praktijk blijkt dat racistische agenten vrijuit gaan wanneer ze racistisch handelen. 

De Rotterdamse agenten die racistische appjes verstuurden zijn overgeplaatst naar een ander team. Zij schreven onder meer over ‘kutafrikanen’ en ‘pauperallochtonen’. Over de vreselijke moord op de jonge vrouw Hümeyra schreven zij: ‘weer een Turk minder’. Hümeyra werd gestalkt door een ex en ondanks herhaaldelijke aangifte werd zij hierin niet serieus genomen door de politie. Politiechef Westerbeke neemt het in een verklaring op voor de agenten. Hij noemt het appje van de agenten ‘cynisch commentaar’, en zegt te beseffen dat het anders uitgelegd kan worden. Naast overplaatsing kregen de agenten een schriftelijke waarschuwing en een aantekening in hun dossier.

Ondanks al deze voorvallen – die gezamenlijk toch wel het beeld schetsen van een structureel probleem van racisme en discriminatie bij de Nationale Politie – is minister Grapperhaus van mening dat extra maatregelen inbouwen om burgers te beschermen niet nodig is.

Eerste Kamer

Dinsdag 20 april vergadert de Eerste Kamer over het wetsvoorstel; de Senaat trekt er de hele dag voor uit. In het debat gaat het onder meer over de noodzakelijkheid van deze nieuwe wet, maar ook over de rol van de Senaat. Gewoonlijk heeft de Eerste Kamer een controlerende functie, maar bij de Politiewet zit het wat ingewikkelder in elkaar.

In principe gaat de Eerste Kamer alleen over vraag of de ambtsinstructie het wettelijke kader mag worden. De uitbreiding van die ambtsinstructie is aan de regering. Maar vanwege het delicate onderwerp wilde de Eerste Kamer na berichtgeving door Lilith en de actie met talloze brieven van bezorgde burgers, ook de uitbreiding inzien en het advies van de Raad van State hieromtrent. Aanvankelijk weigerde minister Grapperhaus, maar na aandringen van de Eerste Kamer gaf hij toe en mochten senatoren het advies inzien.

Zodra er een uitkomst is wordt dit artikel geüpdatet

Zelf naar de plenaire vergadering in de Eerste Kamer kijken kan hier

Meer weten? Lees hier het gehele dossier Politiegeweld

Blij met onze aanpak van dit dossier? Word ‘friend’ van Lilith en support onze journalistieke en feministische platform.

Hasna El Maroudi