Van de superrijken hoeven we het niet te verwachten

Amerikaanse journalist, columnist en schrijver Anand Giridharadas waarschuwt voor de superrijken, elite en machtigen van deze wereld en hoe zij profiteren van het leed van anderen. Ik las onlangs zijn bestseller Winners Take All of in het Nederlands De Rijken Zullen de Wereld Niet Veranderen, waarin hij haarfijn uitlegt wie de winnaars en verliezers van de samenleving zijn en waarom we ons tegen die ongelijke verhouding moeten verzetten. Een boodschap die nu relevanter is dan ooit.

Miljardairs zijn de nieuwe kolonisten

boek.jpg

Misschien heb je Giridharadas eerder in een filmpje van VPRO Tegenlicht voorbij zien komen. Daarin verspreidt hij voor Nederland zijn boodschap over de superrijken en elite. Giridharadas is een Amerikaanse schrijver en publieke commentator, voormalige McKinsey-consultant en New York Times-columnist. Hij schuift overal in de Verenigde Staten aan, van CNN tot aan de Daily show om te spreken over zijn strijd tegen de roofridders van de wereld. ‘The brown Rutger Bregman’, noemde hij zichzelf gekscherend toen ik hem eens ontmoette. Wat een treffende omschrijving is, al vind ik hem scherper en bewuster wanneer het op de machtsverhoudingen aankomt in de samenleving en de strijd van bijvoorbeeld groepen die gemarginaliseerd zijn, als onderdeel van de ongelijkheid.

Zijn volle dos zilver haar is in het echt net zo opvallend als op beeld. Toen ik Giridharadas vorig jaar in Amsterdam sprak, had hij tegelijkertijd een gesprek met een jonge klimaatactiviste en de crew van VPRO Tegenlicht. De dag erna zou hij Tweede Kamerleden spreken. 

Om het evangelie te verspreiden dat hij in zijn boek verkondigt. Namelijk dat het afgelopen moet zijn met de macht van de superrijken en politieke elite. Nederland draagt overigens bij aan die macht door een belastingparadijs te zijn. “De macht die miljardairs hebben is in sommige samenlevingen vergelijkbaar met kolonisten. Enkele mensen die heersen over een veel grotere groep. Hoe kan dat? Mijn boek is een poging dat uit te leggen”, vertelde Giridharadas tijdens onze korte ontmoeting.

In WTA komt van alles voorbij over systemische ongelijkheid, waar de superrijken, machtigen en elite van de wereld van profiteren. Van historische bronnen en sluwe marketingstrategieën, tot aan de opkomst van het neoliberalisme, nepotisme en machtsmisbruik. 

De boodschap van het boek komt er (enigszins gechargeerd) op neer dat ‘zij’ (de superrijken en elite) de regels bepalen. En ‘wij’(de rest van de wereld), althans genoeg van ons, in die regels zijn gaan geloven, waardoor structurele ongelijkheid stand houdt. De superrijken en machtigen zetten de werkelijkheid naar hun hand en omdat zij betalen, staat iedereen dat toe.

Bijvoorbeeld de lobby van multinationals die hen in veel gevallen belastingvoordelen oplevert, vanwege de mythe dat wat voor hen goed is de gehele samenleving dient. Maar eigenlijk worden vooral de zakken van aandeelhouders gevuld.

Het volk wordt zoet gehouden, omdat de rijken en machtigen het idee verspreiden dat iedereen het zou kunnen maken, als ze maar hard genoeg werken. Zoals Canadese schrijver Ronald Wright ooit zei over het Amerikaans neoliberalisme “Socialism never took root in America because the poor see themselves not as an exploited proletariat but as temporarily embarrassed millionaires.”

Terwijl de cijfers eigenlijk iets anders zeggen. Er zijn zeven miljard mensen op de wereld en maar 2153 miljardairs. You do the math

Filantropen die misstanden bestrijden?

De rijken zullen de wereld niet redden, stelt Giridharadas. Toch verzamelen wereldleiders, investeerders, consultants en zakenlieden zich bij conferenties – zoals het World Economic Forum in Davos – om wereldproblematiek te bespreken en startten zij stichtingen, zoals de Clinton Foundation. Daardoor lijkt het alsof deze filantropen er alles aan doen om misstanden in de wereld te bestrijden. Hoewel de donaties en het ontwikkelingswerk van waarde kunnen zijn, is het symptomatisch. Wat superrijken teruggegeven is minuscuul vergeleken bij wat ze nemen en zal nooit systemische ongelijkheid elimineren, stelt Giridharadas. “Waarom zouden we erop vertrouwen dat degenen die de problemen veroorzaken en ervan profiteren genoeg zullen doen om die op te lossen? Alsof je de pyromaan vraagt de brand te blussen” grapt hij. 

Maar we zijn wel in die mythe gaan geloven. De schrijver noemt in het boek als voorbeeld studenten die denken de wereld beter te kunnen maken door bij Goldman Sachs, Wall Street of Silicon Valley te gaan werken. Ze geloven dat marktwerking en duurzaam en sociaal ondernemen binnen grote corporaties kan helpen de wereld te redden. Hen wordt zowel een topcarrière met bakken met geld én maatschappelijke vooruitgang beloofd. 

Echter, is dat in de praktijk moeilijk te realiseren. Denk aan een werknemer van Shell, een van de grootste oliemaatschappijen ter wereld. Laten we haar Tina noemen. Tina zet zich als vrouw graag in voor vrouwenrechten en wil dat ook binnen het bedrijf doen. Dus initieert Tina een traineeship voor vrouwelijk leiderschap in Nigeria. Tegelijkertijd is Shell ook het bedrijf dat een gigantische olieramp veroorzaakte in de Niger Delta, waar veel Nigeriaanse vrouwen het slachtoffer van zijn. Zo profiteert de multinational van het leed van dezelfde vrouwen die ze zeggen te willen helpen.

“Net zoals de ergste slaveneigenaren juist de mensen waren die hun slaven goed behandelden, omdat ze daarmee de gruwel van het systeem verborgen hielden voor  degenen die eronder leden, en degenen die het aanschouwden, zo zijn in het huidige Engeland, juist de mensen die het beste met ons land voor hebben, degenen die het meeste kwaad doen”, citeert Giridharadas schrijver Oscar Wilde in het boek.

De meest ondergewaardeerden zijn het meest essentieel

De superrijken en elite, van zakenmensen, tot aan overheid, media en denktanks leven allemaal in MarketWorld, volgens de schrijver. In een netwerk en gemeenschap maar ook een cultuur en gemoedstoestand, die stelt dat de markt de oplossing voor structurele problemen is. Maar door mensen te koppelen aan de markt of kapitaal red je hen niet, betoogt Giridharadas. “Dan zou je er van uit gaan dat mensen arm zijn vanwege het ontbreken van die koppelingen, en niet vanwege problemen als kaste, ras, land, lonen, arbeidsomstandigheden en plundering, niet vanwege iets wat iemand een ander heeft aangedaan of nog steeds aandoet.” 

Dat gegeven lijkt nu zichtbaarder dan ooit tijdens de huidige coronacrisis waar de kwetsbaarste onder ons het meest te lijden hebben, maar ook de meest ondergewaardeerde van ons het essentieelst zijn.

Kijk naar de rijkste man ter wereld, Jeff Bezos van Amazon. Voor de coronacrisis was al duidelijk dat hij arbeiders exploiteerde. Zijn werknemers hebben weinig rechten en werken vaak in ongunstige arbeidsomstandigheden. Bezos zelf verdient meer geld in een minuut, dan een gemiddelde millennial - wellicht een van zijn bezorgers - in een jaar

Tijdens deze pandemie durfde Whole Foods - een dochteronderneming van het miljardenbedrijf - voor te stellen dat gezonde werknemers hun vakantiedagen aan zieke collega’s doneren. Alles om de diepe zakken van de baas te ontlasten, terwijl de werknemers in een crisis de zaak draaiende houden en zijn netwaarde met miljarden verhogen.

Maar denk ook aan rijke techgiganten die nu profiteren van de crisis door diensten aan overheden te bieden, waardoor ze nog meer controle, macht en toegang tot onze gegevens krijgen. ‘Wantrouw de techreuzen’, waarschuwde Marietje Schaake, International Director of Policy in Stanford’s Cyber Policy Center onlangs daarom ook in NRC.

 Intentie

Daarom pleit Giridharadas in zijn boek ervoor dat rijken meer belasting betalen. Het bedrijfsleven hoeft volgens hem niet volledig opgeheven, maar wel hervormd worden. 

Dat lijkt mij moeilijk. Want de macht houdt er niet van om op de verantwoordelijkheid gewezen te worden. Zo wijst Giridharadas zelf op de voorkeur van de superrijken om het liever niet over ‘sociale rechtvaardigheid’ te hebben maar ‘billijkheid’, omdat het eerste insinueert dat zij onrechtvaardig bezig zouden zijn. “Je mag wel over gemeenschappelijke problemen praten, maar begin niet over politiek, onderliggende zaken, of boemannen en probeer vooral geen fundamentele zaken te veranderen. Zo werkt MarketWorld.”

Ook ziet deze elite zichzelf graag als invloedrijk in de positieve zin, maar niet in de negatieve. Ze erkennen zelden de kwade gevolgen van hun acties en invloed, want ze hebben immers niet de intentie iemand kwaad te doen. Ze willen niet geconfronteerd worden of reflecteren op hun verkeerd handelen, omdat schuld bekennen betekent dat ze zouden moeten veranderen. Zoals Mark Zuckerberg, die bleef volharden dat de misinformatie op Facebook geen invloed op de Amerikaanse verkiezingen van 2016 had.

Soms denken de superrijken en machtigen zelfs dat zij de rebellen zijn die tegen de gevestigde orde aan trappen. Een voorbeeld dat de schrijver in het boek noemt is een durfkapitalist die - tijdens een conferentie met andere rijke en machtige mensen uit de techwereld - verkondigde dat Elon Musk van Tesla en Travis Kalanick van Uber de echte rebellen zijn die zichzelf en anderen uitdagen. De vakbonden die de belangen van gewone arbeiders - zoals taxichauffeurs - vertegenwoordigen noemde hij dan weer corrupt, omdat ze de vooruitgang zouden proberen tegen te houden.  

Het blijkt maar weer dat hoe geprivilegieerder je bent, hoe meer je jezelf als individu kunt zien in plaats van onderdeel van een groter systeem, met verantwoordelijkheid naar anderen toe. Mensen met macht denken hun uitzonderingspositie te verdienen, vanwege vernuft, geboorterecht of hard werk. Maar, als je niet geboren wordt met dat recht omdat je bijvoorbeeld zwart, bruin, arm, vrouw, homo, trans, ziek, of in het verkeerde land zit - wordt die status en machtspositie moeilijker te behalen. Het maakt dan niet uit hoe hard je werkt. Je blijft meestal simpelweg een van de ‘verliezers’ van het systeem, zoals Giridharadas dat noemt. 

Omdat de rijken en machtigen zichzelf niet graag als onderdeel van het probleem zien, kan het probleem dus moeilijker opgelost worden. Hoe kun je je dan tegen een dergelijk machtig systeem verzetten?

Giridharadas noemt naast het verhogen van de belasting ook de noodzaak van, wat ik noem, systeembrekers. Mensen die het spel weigeren mee te spelen. Zowel buiten als binnen het systeem.

Ik vraag me daarbij af hoe de schrijver zijn eigen positie ziet. Als een bestsellende auteur die zich tegen de elite verzet, maar inmiddels ook bij die wereld hoort. Hij werkte voorheen voor een prominent adviesbureau en elitekrant. Ook vliegt hij de wereld rond in privéjets en vertoeft in weelderige villa’s van superrijke vrienden.

Toen ik hem sprak vroeg ik hoe het zit met die vriendschap met de mensen waar hij zich tegen verzet. “Ik heb mezelf lange tijd ook die vraag gesteld en me ook wel schuldig gevoeld naar mijn omgeving”. Het is voor het eerst dat ik hem even zie haperen en naar woorden zoeken. “Maar, het boek is een debat met mijn vrienden”, parafraseert Giridharadas Poolse intellectueel en Nobel laureaat Czesław Miłosz die dat zei over zijn kameraden die zich door het stalinisme lieten verleiden. “Dat betekent niet dat we geen vrienden meer moeten zijn.”

Door zijn woorden, moet ik denken aan mijn tijd als VN-Vrouwenvertegenwoordiger. Deze ervaring leerde me dat het vrijwel onmogelijk is om je alleen van binnenuit tegen een systeem te verzetten. Tegen een monster dat veel groter is dan jij. En dat wanneer je erin opgenomen wordt, je ook inschikkelijk kunt worden. Maar als er steeds meer zich bij het verzet voegen, is er misschien een kans om dichter bij de overwinning te komen.

De coronacrisis als wake-up call

Giridharadas vergelijkt zichzelf met de Nederlandse Bregman en de gelijkenis is inderdaad treffend, alleen erkent de Amerikaan wel nadrukkelijker de verschillende vormen van onderdrukking aan de hand van identiteit en hoe macht en positie een cruciale rol speelt bij ongelijkheid, wat ik bij Bregman vaak mis. Winners Take All leert je veel over economische en sociale ongelijkheid, maar geeft verder niet veel antwoorden. Dat ziet Giridharadas ook niet als zijn taak. Het boek is uiteindelijk vooral een goed onderzochte uiteenzetting van (met name Amerikaanse) structurele ongelijkheid. 

Onlangs luisterde ik naar de podcast The Next System,  die wel oplossingen probeert te bieden voor structurele ongelijkheid en sociale onrechtvaardigheid. Host Adam Simson bespreekt die met mensen die zich verzetten tegen het huidig systeem en die niet enkel willen aanpassen, maar ook met alternatieven op de proppen komen. Bijvoorbeeld Britse econoom Kate Raworth die ‘doughnut economics’ aan de man probeert te krijgen. Een economisch systeem gefundeerd op sociale en ecologische waarden, waar Amsterdam overigens zegt mee te willen experimenteren (met volgens critici vooralsnog veel focus op ecologisch en te weinig op sociaal). Of Amerikaanse politicoloog Dorian Warren die zich voor een inclusieve arbeidersbeweging inzet. 

Maar denk ook aan anderen zoals de Nigeriaanse boeren die - samen met Milieudefensie - een historische rechtszaak tegen Shell begonnen in 2008 vanwege lekkende oliepijpen en vervuiling in Nigeria. Of dichter bij huis, duurzaamheidsorganisatie Urgenda die met negenhonderd mede-eisers de Nederlandse staat aanklaagden, omdat die niet genoeg doet om uitstoot terug te dringen. En won. 

Velen stellen dat deze crisis als wake-up call kan fungeren voor verandering. Maar er zijn ook mensen en organisaties die al langer wakker zijn en aan de weg timmeren om systemische verandering te bewerkstelligen.

Winners Take All kan ondanks het gebrek aan antwoorden wel bijdragen aan het bewustzijn dat daarvoor nodig is en - vooral nu - motiveren om het verzet tegen de superrijken en elite dat al bestaat een handje te helpen. 

Dit artikel verscheen eerder in verkorte versie bij dNBg in de Nederlandse Boekengids | The Dutch Review of Books 2020#6

Genoten van dit artikel? Word ‘friend’ van Lilith en support onze journalistieke en feministische platform.
Enjoyed this article? Become our
friend and support us.

CultuurClarice Gargard