cMENA: Het belang van representatie in films

Beeld: A Girl Walks Home Alone At Night (Ana Lily Aminpour, 2014)

Beeld: A Girl Walks Home Alone At Night (Ana Lily Aminpour, 2014)

Tijdens de eerste maanden van de lockdown ontstonden er verschillende streaming platformen voor makers uit Zuid-West Azië en Noord Afrika (in het Engels afgekort tot SWANA). Ze bieden tegenwicht aan het overwegend witte en Westerse aanbod van platformen als Netflix, waar minder dan 10% van de films en series zijn gemaakt door van vrouwen van kleur. Wat voor effect heeft de diversiteit van het filmaanbod op de gemiddelde kijker? Beïnvloeden films onze levens meer dan we denken, of zijn ze enkel bedoeld voor vermaak?

Een frisse zomerdag in 2018. Tussen de boekenkasten in de Leeszaal in Rotterdam West staat een groot scherm, met rijen bij elkaar geraapte stoelen ervoor. Binnen enkele minuten begint in deze DIY bioscoopsetting cMENA, een filmclub voor ‘cinema from the Middle East and North Africa.’ Ibrahim Alaoui Chrifi, oprichter van de filmclub, opent de avond met een korte introductie voor het publiek. Na afloop van de film wordt er verse Marokkaanse muntthee geserveerd. Alaoui Chrifi: ‘Thee in plaats van gin tonics, want… decolonize!’ (lacht). ‘Ik wilde de film doorzetten naar de ruimte waarin deze wordt gekeken, in plaats van om te schakelen naar een soort uitgaanssfeer.’ Sinds de eerste bijeenkomst groeide ciMENA uit tot een filmclub die screenings cureerde op het International Film Festival Rotterdam. Toen bioscopen dicht gingen en evenementen werden verboden, was ook ciMENA genoodzaakt de deuren te sluiten.

Gelukkig was het tijdens de lockdown ook mogelijk om thuis, vanuit je comfortabele bank, films te zien die perfect zouden passen op een ciMENA-avond. Via Shasha Movies bijvoorbeeld, de recent gelanceerde streaming service van Habibi Collective. Of cmena.nl, het online platform van Arab Film Festival. Met één klik op de knop verschijnen er films op het scherm die me meenemen naar het Turkije waar ik ben geboren, of het Irak, Afghanistan en Marokko van mijn vrienden. De herkenning die ik voel is zeldzaam, maar ook zeer welkom: representatie maakt niet alleen dat ik mij gehoord voel, maar ook dat ik gehoord word.

Een nieuwe blik
In haar essay Visual Pleasure and Narrative Cinema (1975) schrijft filmmaker en theoreticus Laura Mulvey dat de meeste populaire films de gaze - manier van kijken en interpreteren - centreren rondom de blik van de man. Mulvey beaamt dat de male gaze vrouwenlichamen reduceert tot objecten waar je enkel van bovenaf naar kunt kijken. Het begrip male gaze doet me denken aan een ander belangrijk gegeven over zien en kijken: oriëntalisme. Edward Said benoemde met deze term in 1978 de denigrerende, racistische en discriminerende manier waarop Westerse landen de rest van de wereld zien en portretteren. Zowel de male gaze als het oriëntalisme domineren nog steeds de meeste populaire films van onze tijd. Ze zijn verantwoordelijk voor beelden die zijn gevormd over ‘de moslim’, ‘de jonge studente’, ‘de charismatische oudere man’ en natuurlijk ‘de heldhaftige, Amerikaanse witte man die ervoor zorgt dat alles goedkomt.’

Als historicus ben ik niet alleen kritisch op de feitelijke onjuistheden in geschiedenisboeken, maar ook op het gebrek aan kritische reflectie in Westerse films. De documentaire Planet of the Arabs (Jackie Reem Salloum, 2005) laat zien hoe extreem wijdverspreid de foutieve beeldvorming van moslims in Amerikaanse films is. Stereotyperende beelden zorgen voor othering, een andere term van Said: het gegeven van wij versus zij, waarbij de ‘wij’ veel meer ontwikkeld is dan de ‘zij’. Dit soort stereotypes kunnen niet alleen op het grote doek zorgen voor dehumanisering, maar ook overslaan naar de realiteit: othering is bijvoorbeeld sterk te horen in de woorden van de Amerikaanse president Biden. In zijn speech over het vertrek van Amerikaanse troepen uit Afghanistan schuift hij de verantwoording voor de opmars van de Taliban op de Afghanen zelf. Als we de feitelijke Afghaanse kant beter zouden kennen, zouden we Biden niet zomaar geloven en hem ter verantwoording roepen voor zijn schadelijke woorden. De tweedeling tussen het ‘heldhaftige, ontwikkelde Westen’ en het ‘barbaarse, ontwikkelende Oosten’ is dus niet alleen te zien in films, maar ook in de werkelijkheid. En dat is waarom representatie zo belangrijk is: het bepaalt welke schurken we zien als helden, welke helden we onwetend vergeten en welke oorlogen worden goedgepraat.

Streaming anno 2021
Door het gebrek aan representatie startte (toen student) Róisín Tapponi in 2018 Habibi Collective, een gratis toegankelijk archief van vooral vrouwelijke filmmakers uit ‘South West Asia & North Africa’ (SWANA). De Instagrampagina diende in eerste instantie als middel voor Tapponi om haar favoriete films te delen met een breder publiek, maar kreeg zoveel volgers in korte tijd dat Tapponi het platform ook buiten Instagram om begon te gebruiken. Ze cureerde voor het New Yorkse MoMA en was mede-oprichter van het Independent Iraqi Film Festival, terwijl afgelopen najaar Habibi Collective’s podcast debuteerde. De pandemie zette tijdelijk een streep door haar (internationale) filmavonden, maar het weerhield Tapponi niet van het toegankelijk blijven maken van SWANA films voor een breder publiek. In maart startte Habibi Collective een eigen online streaming platform, Shasha Movies. Voor 9,99 pond per maand (omgerekend ongeveer 12 euro) kijk je een door vrouwen gecureerde selectie van zo’n twintig films, in een wisselend maandelijks thema.

Een van de thema’s die Shasha Movies koos heet WOMEN REVOLT: twintig guerrilla-stijl documentaires van vrouwen die in opstand komen. In het thema CLOSE CUTS (over lokale culturele tradities) kijk ik Amo (Haya AlGhanim, 2018), een korte documentaire over een Syrische supermarkteigenaar in New York. De minder dan vijf minuten durende documentaire, geschoten op 16mm film, toont fragmenten van de supermarkt met voiceovers van gesprekken over baklava. Ik moet denken aan de Turkse supermarkt om de hoek, waar ik tijdens weekenden koffie drink met de eigenaar en een portie baklava eet die ik eerst vier keer heb afgeslagen. Het huidige thema is COMEDY en vertoont onder andere Lost Youth (Andreas Dermanis, 2019): een documentaire over Afghaanse jongens die langs de grens van Griekenland en Turkije tot aan Servië reizen, op zoek naar een nieuw, veilig bestaan. De film is gemaakt door een witte, Westerse man, maar toont in stilte de moeizame keuzes waar jonge Afghaanse asielzoekers voor staan zónder ze te gieten in een male, orientalist gaze. Sterker nog, Lost Youth toont juist de kwetsbaarheid van een generatie die niks anders heeft gekend dan oorlog. De dromen, wensen en emoties van Afghaanse jongens zouden eens moeten worden vertoond op nationale televisie. Misschien zouden we dan iets respectvoller omgaan met vluchtelingen, in plaats van ze onmenselijk te behandelen.

Beeld: Amo (Haya AlGhanim, 2018)

Beeld: Amo (Haya AlGhanim, 2018)

Toen ook filmfestivals niet mochten doorgaan, besloot het Arab Film Festival een online streaming platform op te richten om toch films te vertonen die normaliter op het festival te zien zijn. Volgens de website is het bedoeld om ‘een eerlijk en genuanceerd beeld te geven van het MENA-gebied (Midden Oosten & Noord Afrika) door de ogen van betrokken filmmakers, kunstenaars, schrijvers en journalisten.’ Op cmena.nl zijn wat bekendere films te vinden, zoals A Girl Walks Home Alone At Night (Ana Lily Aminpour, 2014). Deze Iraanse klassieker is een mix tussen een spaghettiwestern en een horror, gestijld als een graphic novel, met in de hoofdrol een vampier in hijab. Voor cmena.nl heb je geen abonnement nodig: je betaalt maar drie euro per film.

Het onafhankelijke feministische filmblad Another Gaze maakte afgelopen mei films van Palestijnse makers gratis beschikbaar op hun website. Het filmblad heeft sindsdien een nieuwe, onregelmatige streaming platform opgericht: Another Screen. Films zullen (na hun zomerbreak) wederom gratis te zien zijn, maar een donatie is aangeraden: het geld was bijvoorbeeld ook verzonden naar medisch personeel in Palestina en Palestijnse filmmakers. Tegenwoordig is het ook bedoeld voor meer ondersteuning en middelen voor de vrijwilligers die Another Gaze/Screen mogelijk maken.

Meer dan West en Oost
Kijk om je heen, hoeveel mensen in je omgeving hebben weleens een film gezien? Hoeveel van hun zijn weleens geraakt, overweldigd, gepijnigd, in tranen uitgebarsten, weggelopen of euforisch geweest door een film? Films lijken misschien niet meer dan simpel vermaak, maar wat wij bewust en onbewust tot ons nemen door het consumeren van films heeft effect op hoe wij de werkelijkheid zien. Zij bepalen deels de comfortzone waar we ons in bevinden, de hoeveelheid kennis die wij hebben over elkaar. Zonder de zichtbaarheid, hoorbaarheid en kenbaarheid die representatie biedt, blijft een groot deel van de mensheid ongezien, ongehoord en ongekend. En als niemand je ziet, hoort of kent, worden er makkelijker wetten gemaakt die je onderdrukken, want dan blijven er weinig mensen over die voor je opkomen.

De grote splitsing tussen ‘het ontwikkelde Westen’ en ‘het barbaarse Oosten’ kan worden tegengegaan door verhalen te vertellen in al hun complexiteit, in plaats van puur vanuit een wit, Westers en zogenaamd superieur perspectief. Platformen als cmena.nl, Shasha Movies en Another Screen zijn van groot belang om gemakkelijker verhalen te zien buiten de mannelijke, oriëntalistische blik om. Als onze films worden vertoond en bekeken kan het collectieve bewustzijn steeds meer groeien, steeds meer ruimte maken voor ons en onze verhalen. Verbreed je horizon met films die niet alleen je verbeelding, maar ook vermogen tot inleving prikkelen: zo zie je de wereld misschien niet meer via de tweedeling van West en Oost, maar in al haar onbevangen complexiteit.

Post-pandemie filmplannen
Is Alaoui Chrifi ook van plan om online films te vertonen? ‘Het is heel goed dat er online platformen zijn ontstaan. Ik wilde daar zelf niet aan beginnen omdat mijn filmavonden online een belangrijk onderdeel verliezen: de enorme saamhorigheid die er hangt. Die is onderdeel van de sfeer uit de film die ik wil overbrengen en delen met de bezoekers, waarvan sommigen helemaal niks weten over onze culturen.’ Films hebben die saamhorigheid misschien toch ook wel nodig. Je kunt de inslag die een film heeft gemaakt in jou delen met de mensen naast je, om te weten hoe anders zij het ervaren, vanuit welke perspectieven zij het hebben beleefd. Laten we hopen dat in een post pandemie samenleving films uit Zuid-West Azië en Noord Afrika niet alleen online, maar ook op het grote doek worden vertoond. Dat we ze kunnen nabespreken met een kop verse, Marokkaanse thee… of misschien toch een gin tonic.

ArtikelenHasret Emine